Cyberoorlog, cybercriminaliteit en de nieuwe geopolitiek van digitale soevereiniteit: de digitale sfeer is niet langer alleen een technologisch terrein, maar een slagveld van geopolitieke belangen. Staten strijden om invloed, bedrijven om marktaandeel en niet-statelijke actoren gebruiken cyberspace als arena voor spionage, chantage en zelfs digitale sabotage – een van de redenen waarom ik steeds op dit onderwerp terugkom.
Ik was geïnteresseerd in het “Handboek voor de praktijk van cyberdiplomatie“, gepubliceerd door vooraanstaande experts op dit gebied, dat licht werpt op het toenemende belang van diplomatieke strategieën in cyberspace. Het biedt zowel een historische context als een pragmatische analyse van de bestaande diplomatieke mechanismen waarmee staten orde proberen te scheppen in een digitaal gefragmenteerd mondiaal systeem vol machtsbelangen.
Dit gaat over veel meer dan alleen cyberbeveiliging: het gaat over machtsprojectie, economische dominantie en de vraag wie de regels bepaalt in de digitale ruimte.