Categorieën
Strafwetgeving

Duitse BFH: Bewijsuitsluiting voor een zonder filtering overgedragen harde schijf in een belastingprocedure

Het gebruik van in een strafrechtelijk onderzoek verkregen gegevens door de belastingdienst roept steeds weer gevoelige constitutionele vragen op. Met zijn beslissing van 23 april 2025 (I B 51/22) heeft de Duitse Bundesfinanzhof (BFH) verduidelijkt: als digitale bewijsmiddelen — in dit geval een harde schijf — zonder de wettelijk vereiste voorafgaande doorzicht door het openbaar ministerie rechtstreeks aan de belastingcontroleur worden overhandigd, schendt dat het grondrecht op informatie-zelfbeschikking en leidt het tot een bewijsuitsluiting.

Feiten

In deze zaak werd een Cypriotische vennootschap door de Duitse belastingdienst ervan verdacht feitelijk vanuit Duitsland te worden bestuurd. Het belangrijkste bewijs hiervoor waren e-mails en documenten op een harde schijf van een Duitse personenvennootschap (A-OHG). Deze harde schijf was door het openbaar ministerie in beslag genomen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek wegens een beursmisdrijf, dat niets met belastingen te maken had.

Zonder de wettelijk vereiste doorzicht (filtering) had het openbaar ministerie de hele harde schijf onbewerkt aan de belastingcontroleur overgedragen. Deze analyseerde alle gegevens, inclusief privécorrespondentie, en baseerde daarop de fiscale conclusie dat de vennootschap onbeperkt belastingplichtig was in Duitsland.

Juridische analyse

Hoofdregel: gebruik van strafrechtelijk verkregen gegevens

Volgens § 393 lid 3 zin 1 van de Abgabenordnung (AO) mogen gegevens die in een strafrechtelijk onderzoek rechtmatig zijn verkregen, in principe ook voor fiscale doeleinden worden gebruikt. Dit geldt breed, ook voor toevallige vondsten.

Beperking: plicht tot voorafgaande doorzicht (§ 110 StPO)

Het gebruik is echter alleen toegestaan als het openbaar ministerie de in beslag genomen documenten of datadragers eerst zelf screent en niet-relevante gegevens uitfiltert. Deze plicht uit § 110 van de Strafprozessordnung (StPO) beschermt het grondrecht op informatie-zelfbeschikking en voorkomt ongerichte “data fishing expeditions”.

In dit geval vond geen enkele filtering plaats: de harde schijf werd volledig en zonder selectie aan de belastingdienst doorgegeven. De BFH oordeelde dat dit een inbreuk op het grondrecht vormt die in het belastingtraject niet meer kan worden hersteld.

Gekwalificeerde bewijsuitsluiting

Niet elke procedurefout leidt automatisch tot bewijsuitsluiting in het belastingrecht. Maar bij een schending van een constitutioneel beschermde sfeer is zo’n uitsluiting wel verplicht. De BFH vond dat hiervan sprake was: de belastingrechter had de gegevens van de harde schijf niet mogen meewegen. Het vonnis werd vernietigd en de zaak terugverwezen — zonder dat de ongefilterde data nog mogen worden gebruikt.


Praktische gevolgen

Deze uitspraak bevestigt dat privacy voorop blijft staan: ook in belastingzaken mag de overheid geen ongefilterde datamassa’s zonder controle overdragen. Een belastingcontrole mag geen verkapte huiszoeking zijn met onbeperkte toegang tot privédata.

Voor belastingplichtigen betekent dit dat ze hun rechten bij inbeslagnames en gegevensoverdrachten actief moeten bewaken en zo nodig juridische bescherming moeten inroepen.

Conclusie: De BFH trekt een duidelijke grens: geen filtering = geen overdracht = geen bewijs. Dat beschermt belastingplichtigen tegen misbruik van gegevens uit andere onderzoeken en waarborgt de balans tussen een doeltreffende belastingheffing en fundamentele rechten. Een belangrijk signaal dat ook bij internationale structuren de rechtsstaat voorop blijft staan.

Ik ben een gespecialiseerde advocaat voor strafrecht + gespecialiseerde advocaat voor IT-recht en wijd mijn professionele leven volledig aan strafrechtelijke verdediging - en IT-recht als advocaat voor creatieve & digitale bedrijven en greentech. Voordat ik advocaat werd, was ik softwareontwikkelaar. Ik ben auteur in een gerenommeerd StPO-commentaar en in vakbladen.

Ons kantoor is gespecialiseerd in strafrechtelijke verdediging, witteboordenstrafrecht en IT-recht. Let op ons werk in kunstrecht, digitaal bewijs en softwarerecht.
Duitse Advocaat Jens Ferner

Door Duitse Advocaat Jens Ferner

Ik ben een gespecialiseerde advocaat voor strafrecht + gespecialiseerde advocaat voor IT-recht en wijd mijn professionele leven volledig aan strafrechtelijke verdediging - en IT-recht als advocaat voor creatieve & digitale bedrijven en greentech. Voordat ik advocaat werd, was ik softwareontwikkelaar. Ik ben auteur in een gerenommeerd StPO-commentaar en in vakbladen.

Ons kantoor is gespecialiseerd in strafrechtelijke verdediging, witteboordenstrafrecht en IT-recht. Let op ons werk in kunstrecht, digitaal bewijs en softwarerecht.