De Verenigde Arabische Emiraten – en met name Dubai – gelden voor velen als een luxueus toevluchtsoord: zon, belastingvrijdom, anonimiteit. Een plek die ver van de arm van justitie lijkt te liggen. Maar dat beeld is de laatste jaren duidelijk veranderd. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat het aantal uitleveringen van Duitse staatsburgers vanuit Dubai naar Duitsland toeneemt – en omgekeerd lijken ook Duitse autoriteiten steeds vaker bereid om uitleveringsverzoeken uit de Emiraten serieus te behandelen. Reden genoeg om de juridische en praktische bijzonderheden van deze constellatie onder de loep te nemen.
Auteur: Duitse Advocaat Jens Ferner
Ik ben een gespecialiseerde advocaat voor strafrecht + gespecialiseerde advocaat voor IT-recht en wijd mijn professionele leven volledig aan strafrechtelijke verdediging - en IT-recht als advocaat voor creatieve & digitale bedrijven en greentech. Voordat ik advocaat werd, was ik softwareontwikkelaar. Ik ben auteur in een gerenommeerd StPO-commentaar en in vakbladen.
Ons kantoor is gespecialiseerd in strafrechtelijke verdediging, witteboordenstrafrecht en IT-recht. Let op ons werk in kunstrecht, digitaal bewijs en softwarerecht.
Uitlevering in het duitse strafrecht
Uitlevering naar en vanuit Duitsland: Uitlevering in het strafrecht is een uiterst complex en vaak onderschat rechtsgebied, dat zich bevindt op het snijvlak van internationaal recht, grondwettelijke bescherming en strafprocesrechtelijke praktijk. Duitsland staat hierbij zowel als verzoekende als als aangezochte staat regelmatig voor juridische en politieke uitdagingen. Dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van de belangrijkste juridische problemen die zich voordoen bij uitleveringen naar en vanuit Duitsland.
Wie als buitenlandse jurist de Duitse term “Beweisverwertungsverbot” hoort, denkt misschien aan een strikt verbod op onrechtmatig verkregen bewijs, vergelijkbaar met het Amerikaanse systeem. Maar in Duitsland ligt dat anders. Ja, het bewijsuitsluitingsverbod bestaat — maar het geldt niet automatisch, en het verschilt sterk per rechtsgebied. De toepassing is genuanceerd, contextafhankelijk en vereist een belangenafweging.
In dit artikel leggen we uit hoe het Duitse recht omgaat met onrechtmatig verkregen bewijs, en bekijken we de verschillen tussen het strafrecht, arbeidsrecht en civiel recht. Aan de hand van praktijkvoorbeelden zie je dat bewijsuitsluiting eerder uitzondering dan regel is — vooral in strafzaken.
Duitsland is streng als het gaat om de invoer van verdovende middelen. Zowel het eigenhandig over de grens brengen van drugs als de hulp daarbij kunnen tot forse gevangenisstraffen leiden. Buitenlandse betrokkenen – van koeriers tot organisatoren – komen regelmatig met het Duitse strafrecht in aanraking. De rechtspraak van het Bundesgerichtshof (BGH), het hoogste Duitse strafgerecht, laat zien hoe genuanceerd, maar ook streng de beoordeling van dergelijke delicten is.
De laatste jaren worden Duitse rechtbanken in toenemende mate geconfronteerd met de juridische complexiteit van informele geldtransfersystemen, met name het wijdverspreide Hawala-model. Hawala, oorspronkelijk gebaseerd op vertrouwen en diep verankerd in de financiële tradities van Zuid-Azië en het Midden-Oosten, vormt een alternatief systeem naast de reguliere banken. Het maakt grensoverschrijdende geldtransfers mogelijk zonder fysieke verplaatsing van geld.
Hoewel het systeem vaak voor legitieme doeleinden zoals familieondersteuning wordt gebruikt, zorgen het gebrek aan transparantie en regulering, evenals het risico op misbruik voor criminele doeleinden, voor toenemende juridische aandacht. Centraal in de rechtspraktijk staat niet alleen de strafbaarheid van degenen die Hawala-systemen beheren, maar ook de vraag onder welke voorwaarden en op welke wijze de staat vermogensbestanddelen kan ontnemen (Einziehung).
Open source software (OSS) vormt al lange tijd de ruggengraat van moderne softwareontwikkeling en digitale infrastructuur. Bedrijven, start-ups en overheden bouwen als vanzelfsprekend op frameworks, bibliotheken en systeemcomponenten waarvan de broncode publiek toegankelijk is. Deze technische vrijheid gaat echter gepaard met een juridische verantwoordelijkheid die vaak wordt onderschat. Iedereen die open source gebruikt – voor interne ontwikkeling of in commerciële producten – betreedt een complex gebied van auteursrecht, licentierecht en contractontwerp.
Hieronder geef ik een overzicht van de belangrijkste juridische aspecten van open source software in Duitsland – met als doel om besluitvormers en ontwikkelaars houvast te bieden en typische risico’s te vermijden. Ik schrijf zelf al tientallen jaren over dit onderwerp.
Tabaksaccijns en shisha-tabak in het Duitse strafbelastingrecht: De toenemende populariteit van shisha bars en waterpijptabak heeft niet alleen de markt nieuw leven ingeblazen, maar heeft ook de interesse van de douane gewekt. Met de invoering van de Tobacco Tax Modernisation Act (wet modernisering tabaksaccijnzen) en strengere tabaksaccijnsregels staat de branche voor aanzienlijke uitdagingen.
Met name de Duitse belastingplicht bij het mengen van tabaksbestanddelen en de strenge verpakkingsvoorschriften brengen aanzienlijke strafrechtelijke risico’s met zich mee voor winkeliers en consumenten. In dit artikel belichten we de juridische valkuilen en het risico van strafrechtelijke belastingprocedures in verband met waterpijptabak.
De visie om 3D-printers op de maan in te zetten, heeft de afgelopen jaren aanzienlijk aan momentum gewonnen. Wat kort geleden nog leek op een hoofdstuk uit een sciencefictionroman, komt steeds dichterbij. Vooruitgangen in additive manufacturing en succesvolle tests van deze technologie in de ruimte laten zien welke mogelijkheden 3D-printen voor de ruimtevaart biedt. Maar waar kansen zijn, zijn ook gevaren – vooral op het gebied van cybersecurity. De bescherming van gevoelige printdata en de integriteit van de printprocessen zijn cruciaal voor de vraag of het idee van een autonome, door 3D-printers ondersteunde maanbasis werkelijkheid kan worden.
Het Landesarbeitsgericht (LAG) Mecklenburg-Vorpommern heeft op 15 januari 2025 een belangrijke uitspraak gedaan over de rechtmatigheid van bedrijfseconomische ontslagen (Az. 3 SLa 156/24). Centraal stond de vraag of het wegvallen van een grote opdracht het ontslag van een langjarige werknemer kan rechtvaardigen, vooral met het oog op de wettelijke vereisten volgens § 1 lid 2 en 3 Kündigungsschutzgesetz (KSchG).
De rechtbank bevestigde dit en oordeelde dat het ontslag rechtmatig was. Deze uitspraak is opmerkelijk omdat zij niet alleen de bedrijfseconomische redenen voor ontslag grondig analyseert, maar ook de grenzen van de ondernemingsvrijheid en de vereisten voor de sociale selectie verduidelijkt.
De volmacht voor betekening speelt een belangrijke rol in het Duitse strafprocesrecht, omdat deze het mogelijk maakt om documenten niet rechtstreeks aan de verdachte, maar aan een door hem aangewezen persoon te laten bezorgen.
Dit moet bijdragen aan een snellere en efficiëntere procedure, maar brengt aanzienlijke risico’s met zich mee. Vooral voor buitenlanders die vaak onvoldoende kennis hebben van de juridische consequenties en ondoordacht beslissingen nemen bij het aanwijzen van de gemachtigde, kan dit fatale gevolgen hebben. In dit artikel bespreek ik de juridische basis van de volmacht voor betekening, de risico’s en de specifieke problematiek voor buitenlandse verdachten. Ook geef ik concrete aanbevelingen voor de praktijk.