Het Duitse merkenrecht uitgelegd: fundamenten, modernisering en praktische inzichten – in de hedendaagse, geglobaliseerde en digitaal gedreven economie zijn merken meer dan slechts herkomstaanduidingen. Ze zijn strategische communicatiemiddelen, dragers van reputatie en essentiële juridische instrumenten om producten en diensten in een concurrerende markt te onderscheiden. Voor buitenlandse bedrijven en juristen die het Duitse merkenrecht willen begrijpen, biedt een nadere blik een geharmoniseerd maar genuanceerd systeem, gevormd door Europese integratie, nationale doctrine en actuele digitale uitdagingen.
De juridische basis: het Duitse MarkenG
Het merkenrecht in Duitsland wordt geregeld door het Markengesetz (MarkenG), dat sinds 1995 van kracht is en in 2019 ingrijpend is gemoderniseerd via de Markenrechtsmodernisierungsgesetz. Het omvat bescherming voor traditionele merken – zoals woorden, logo’s of slogans – evenals niet-traditionele vormen, waaronder driedimensionale vormen, kleuren, klanken, en sinds kort ook bewegings- en hologrammerken.
Duitsland erkent meerdere typen beschermde tekens:
- Merken (voor goederen en diensten)
- Bedrijfstekens (namen en handelsnamen)
- Titels van werken (bijv. van boeken of films)
- Geografische aanduidingen (bijv. “Lübecker Marzipan”)
Hoe verkrijgt men merkbescherming?
Er zijn drie hoofdwegen om merkrechten in Duitsland te verkrijgen:
- Inschrijving bij het Duitse merkenbureau (DPMA). Dit is de veiligste optie en vereist onderscheidend vermogen, het ontbreken van misleiding of strijd met openbare orde, en – sinds 2019 – geen grafische weergave meer, maar “duidelijke en ondubbelzinnige definieerbaarheid”.
- Verwerving door gebruik: Wanneer een merk via gebruik voldoende bekendheid geniet binnen het relevante publiek, kan ook zonder inschrijving bescherming ontstaan. Dit vereist echter een aanzienlijk bewijs van marktpenetratie.
- Internationale bekendheid: Beroemde merken zoals Coca-Cola of BMW kunnen ook zonder inschrijving bescherming genieten via het Verdrag van Parijs.
Absolute weigeringsgronden en beschermingsomvang
Duitse wetgeving kent diverse absolute gronden voor weigering van een merkaanvraag. Denk aan:
- Gebrek aan onderscheidend vermogen
- Beschrijvende of generieke termen
- Misleidende aanduidingen
- Strijd met goede zeden of beschermde oorsprongsbenamingen
De hervorming van 2019 heeft het recht verder in lijn gebracht met EU-richtlijnen, en nieuwe obstakels opgenomen zoals bescherming voor wijnbenamingen of plantenrassen.
Handhaving van merkrechten
Merken geven de houder exclusieve rechten. Inbreuk ontstaat bij:
- Identiek gebruik voor identieke producten
- Verwarringsgevaar bij gelijkenis van teken en waar
- Oneigenlijk gebruik of verwatering van een bekend merk
Mogelijke rechtsmiddelen omvatten verbodsmaatregelen, schadevergoeding, inbeslagname en – in ernstige gevallen – strafrechtelijke sancties.
Nationaal versus Uniemerk
Duitsland is geïntegreerd in het Europese merkenstelsel. Men kan kiezen tussen:
- Een nationaal merk: bescherming alleen in Duitsland
- Een Uniemerk: bescherming in alle EU-lidstaten
Elk systeem heeft strategische voor- en nadelen. De nationale route is sneller en goedkoper; de Uniemerk biedt brede bescherming in één procedure.
Digitale ontwikkelingen: NFT’s en het Metaverse
Het merkenrecht moet zich ook tot de digitale werkelijkheid verhouden. NFT’s, avatars en virtuele goederen werpen complexe vragen op, zoals de gelijkenis tussen een virtuele sneaker (NFT) en een echte sneaker. Factoren zoals gebruiksomgeving, distributiekanalen en consumentenperceptie zijn cruciaal.
Hoewel de rechtspraak nog in ontwikkeling is, erkennen rechtbanken en bureaus de problematiek. Merken die oorspronkelijk alleen fysieke producten betroffen, kunnen soms bescherming genieten in virtuele contexten, zeker wanneer het merk commercieel actief is in de digitale ruimte.
Strafrechtelijke bescherming van merken in Duitsland: een juridisch en strategisch overzicht
Hoewel merkgeschillen meestal via het civiele recht worden uitgevochten, biedt het Duitse rechtssysteem een krachtig strafrechtelijk kader om merkhouders te beschermen tegen opzettelijke inbreuken en commerciële namaak. Deze vaak over het hoofd geziene invalshoek – het merkenstrafrecht – is de afgelopen jaren steeds relevanter geworden, mede door de toename van productpiraterij, de groei van digitale handel en gerichte wetgevende hervormingen. Voor buitenlandse bedrijven en juristen is kennis van dit handhavingsmiddel essentieel bij toetreding tot of operaties binnen de grootste economie van de EU.
Juridische basis: het Duitse merkenrecht en strafrecht
De strafrechtelijke bescherming van merken in Duitsland is geregeld in §§ 143 en 143a van het Markengesetz (MarkenG). Deze bepalingen stellen het opzettelijk en ongeoorloofd gebruik van beschermde merken in het handelsverkeer strafbaar. De bescherming strekt zich uit tot nationale merken, internationale registraties (IR-merken) en Europese Uniemerken (EUTM), met specifieke procedurele en inhoudelijke verschillen afhankelijk van het type merk.
De basisstrafbepaling (§ 143 lid 1 MarkenG) omvat:
- Identiteitsinbreuk (identiek teken voor identieke waren),
- Verwarringsgevaar (soortgelijk teken en/of waren),
- Imagoschade of uitbuiting van reputatie (bij bekende merken).
Belangrijk is dat uitsluitend opzettelijke handelingen strafbaar zijn – anders dan in het civiele recht, waar ook nalatigheid kan volstaan. Intentie wordt vaak aangenomen als de overtreder na een formele waarschuwing de merkinbreuk voortzet.
Van civiel naar strafrecht: waarom strafvervolging overwegen?
Hoewel civielrechtelijke handhaving gebruikelijker is, biedt het strafrecht unieke voordelen:
- Snelle inzet van opsporingsmiddelen, zoals huiszoekingen en inbeslagnames.
- Publieke afschrikking door vervolging en gepubliceerde vonnissen.
- Inbeslagname en vernietiging van namaakproducten, ook indien bij derden aangetroffen.
- Actieve participatie van de benadeelde partij, onder meer via een voeging als civiele partij (Adhäsionsverfahren) of als nevenklager.
Bovendien voorziet de wet in mogelijkheid tot publieke bekendmaking van het vonnis (§ 143 lid 6 MarkenG), al wordt dit zelden benut.
Ernstige zaken: gekwalificeerde inbreuken en verhoogde straffen
Gewone merkinbreuken kunnen leiden tot geldboetes of gevangenisstraffen tot drie jaar. In ernstige gevallen voorziet § 143 lid 2 MarkenG echter in minimale gevangenisstraffen van drie maanden tot vijf jaar, wanneer sprake is van:
- Commercieel oogmerk (gewerbsmäßig), gericht op terugkerende inbreuken met winstoogmerk;
- Handelen in bendeverband.
Deze verzwaring weerspiegelt de politieke en juridische wil om georganiseerde namaakbestrijding effectiever te maken.
Procedurele voorwaarden: wanneer grijpt justitie in?
In minder ernstige gevallen is vervolging alleen mogelijk na een formele klacht door de merkhouder. Zonder zo’n klacht komt vervolging slechts bij bijzonder openbaar belang – bijvoorbeeld bij eerdere veroordelingen of gevaar voor consumenten.
In gevallen van gekwalificeerde inbreuk is vervolging verplicht; het openbaar ministerie moet dan ambtshalve optreden. Deze getrapte aanpak zorgt voor een evenwicht tussen private handhaving en effectieve inzet van overheidsmiddelen bij ernstige merkinbreuken.
Strategische mogelijkheden voor merkhouders
Het strafrecht biedt een aantal strategische instrumenten die civiele procedures niet of slechts beperkt kennen:
- Adhäsionsverfahren: de merkhouder kan schadeclaims, informatievorderingen en vernietigingsvorderingen direct in het strafproces inbrengen.
- Vroegtijdige beslaglegging om goederen uit de markt te halen.
- Publieke impact en afschrikking, met name bij online- en platformhandel.
- Gebruik van merkexperts als getuige, onder voorwaarden toelaatbaar.

Praktische toepassing: e-commerce en parallelimport
Duitse rechtspraak en opsporing richten zich steeds meer op inbreuken via onlineplatforms. Ook particulieren die regelmatig op platforms zoals eBay of Etsy verkopen, kunnen worden beschouwd als handelend in het economisch verkeer. Een formele bedrijfsinschrijving is daarvoor niet vereist.
Daarnaast kan ook het ongeautoriseerd invoeren van originele goederen (parallelimport) strafbaar zijn, als deze bestemd zijn voor niet-EU-markten en zonder toestemming van de merkhouder in de EU worden gebracht.
Conclusie
Het Duitse merkenrecht is stevig geworteld, goed geharmoniseerd binnen de EU, en tegelijk responsief ten aanzien van nieuwe economische realiteiten. Voor internationale bedrijven en juristen biedt het kansen – maar vraagt ook kennis van het systeem. Begrip van de nationale bijzonderheden is essentieel om effectief en rechtszeker te opereren in de Duitse markt.
Het Duitse merkenstrafrecht biedt krachtige handhavingsmogelijkheden – maar moet zorgvuldig worden ingezet. Voor buitenlandse rechthebbenden vormt het een waardevolle aanvulling bij doelbewuste of grootschalige inbreuken. Tegelijk vergt strafvervolging bewijs van opzet, een evenredige aanpak en oog voor de rechten van de beschuldigde. In een wereld vol namaak, cross-border commerce en digitale verspreiding is de strafrechtelijke verdediging van merken geen theoretisch model meer, maar een strategische realiteit.
- Kunst en recht in Duitsland - mei 10, 2025
- Duitse merkenrecht - mei 10, 2025
- witwasbestrijding in Duitsland - mei 10, 2025