De toewijzing van gebruiksrechten bij op maat gemaakte softwareontwikkeling — vooral in de context van militaire aanbestedingen — roept onder Duits auteursrecht en contractrecht complexe vragen op. In een uitvoerig gemotiveerd arrest van 16 januari 2025 (5 U 93/23) heeft het Hanseatische Oberlandesgericht Hamburg (OLG Hamburg) helder uiteengezet wanneer een opdrachtnemer in Duitsland een gebruiksverbod kan eisen en waar de grens ligt als hij slechts een eenvoudig gebruiksrecht bezit. Dit arrest is juridisch relevant, omdat het de kernbeginselen van § 97 lid 1 UrhG (Duitse Auteurswet) en de Zweckübertragungslehre (doeloverdrachtsleer) onder § 31 lid 5 UrhG specificeert in de context van Duitse militaire softwareprojecten.
Feiten (Duitse context)
De eiser, een middelgroot Duits IT-systeemhuis, trad op als onderaannemer in een project voor de ontwikkeling en integratie van een speciaal Communicatie Management Systeem (KMS-software) voor de F125-fregatten van de Duitse marine. De daadwerkelijke programmering werd echter uitgevoerd door een aparte derde partij, X GmbH, op basis van een afzonderlijk KMS-contract. Na beëindiging van de samenwerking bleef X de software zelfstandig onderhouden en direct leveren aan de Bundeswehr (Duitse strijdkrachten). De eiser stelde dat hij exclusieve, althans eenvoudige gebruiksrechten had verworven en vorderde daarom een verbod op verder gebruik door de staat.
Juridische kernpunten en overwegingen van het Hof
1. Geen auteurschap volgens Duits auteursrecht
Het OLG Hamburg wees allereerst het beroep op mede-auteurschap krachtig van de hand (§ 7 UrhG). Naar Duits recht vereist auteurschap een persoonlijke scheppende geestesprestatie. Het louter opstellen van specificaties of het coördineren van ontwikkelingswerk is daarvoor onvoldoende: de creatieve factor ligt in het schrijven van de broncode zelf, wat uitsluitend door X was gedaan.
2. Geen exclusieve rechten op grond van de doeloverdrachtsleer (§ 31 lid 5 UrhG)
De eiser beriep zich op de zogenaamde Zweckübertragungslehre: als een contract niet expliciet regelt welke rechten worden overgedragen, gaat het Duitse auteursrecht ervan uit dat rechten worden overgedragen voor zover dat noodzakelijk is om het contractdoel te realiseren.
Het Hof heeft dit argument zorgvuldig getoetst en benadrukt: de doeloverdrachtsleer geldt slechts aanvullend, dus alleen bij ontbreken van duidelijke afspraken. In dit geval bepaalde het KMS-contract expliciet dat X de gebruiksrechten rechtstreeks aan de Duitse overheid moest verlenen. Een tussentijdse, exclusieve rechtenpositie voor de eiser was niet voorzien.
Het OLG stelde duidelijk dat de doeloverdrachtsleer niet mag worden misbruikt om een helder vastgelegde licentiestructuur alsnog te doorkruisen. Volgens vaste Duitse rechtspraak sluit een duidelijke licentieketen de aanvullende werking van § 31 lid 5 UrhG uit. Het standpunt van de eiser dat hij “automatisch” een exclusief recht zou verwerven, was in strijd met de contracttekst en de gezamenlijke bedoeling van de partijen.
3. Geen bevoegdheid tot vorderen van verbod bij enkel een eenvoudig gebruiksrecht
Een belangrijk dogmatisch punt is de bevestiging dat een verbodsvordering volgens § 97 lid 1 UrhG alleen toekomt aan de auteur of de houder van een exclusief gebruiksrecht. Een eenvoudig gebruiksrecht is louter een contractuele toestemming en schept geen erga omnes-uitsluitingsrecht tegenover derden.
Het argument van de eiser dat de militaire gevoeligheid van de software een uitzondering rechtvaardigt, werd verworpen: de Duitse auteursrechtelijke systematiek blijft doorslaggevend. Zonder exclusief recht of een duidelijke volmacht van de rechthebbende kan de gebruiker geen eigen verbodsvordering instellen. Zo’n volmacht kon de eiser niet aantonen.
4. Geen reden tot schorsing van de procedure
De eiser had verzocht de procedure op te schorten in afwachting van een parallelproces tegen X. Het Hof wees dit af: de vraag of de eiser procesbevoegd was, hing direct af van de geldende contracten en niet van de uitkomst van het andere geding.
Uitkomst
Omdat de eiser noch auteur was, noch exclusieve rechten had verworven, noch een volmacht tot handhaving kon aantonen, ontbrak hem de bevoegdheid om op grond van § 97 lid 1 UrhG een verbod te eisen. Het Hof bevestigde daarom de afwijzing van de vordering.

Systematische betekenis voor de Duitse praktijk
Dit arrest onderstreept een klassiek leerstuk in Duitsland: bij complexe softwareontwikkeling, zeker in veiligheidsgevoelige sectoren, moeten opdrachtnemers exclusieve rechten expliciet en ondubbelzinnig contractueel veiligstellen. De doeloverdrachtsleer fungeert alleen als vangnet bij onduidelijkheden, maar kan geen duidelijke licentie-afspraken overrulen. Bovendien geldt: een eenvoudig gebruiksrecht geeft geen basis voor een verbodsvordering — ongeacht het strategisch of veiligheidskritisch karakter van de software.
Conclusie
Het OLG Hamburg zet de lijn scherp uit: geen exclusief recht = geen verbod. Wie zijn juridische positie wil beschermen, moet bij de contractonderhandelingen duidelijkheid scheppen en mag niet hopen dat een rechter achteraf lacunes opvult.
Voor contractpartijen in defensie- en hightechprojecten in Duitsland blijft helderheid in de licentieovereenkomsten de beste waarborg voor controle over intellectuele eigendom en gebruiksrechten.
Belangrijkste boodschap: Het arrest van het OLG Hamburg is een glashelder signaal voor opdrachtgevers en opdrachtnemers in de Duitse defensie- en technologiesector:
- Vertrouw niet op ‘standaardregels’ — regel exclusieve gebruiksrechten uitdrukkelijk en schriftelijk.
- De doeloverdrachtsleer biedt geen achterdeur om duidelijke licentie-afspraken te negeren.
- Zonder exclusief recht is er geen juridische basis om verdere ontwikkeling of gebruik te blokkeren.
Wie juridische controle wil behouden, moet contracten zorgvuldig opstellen — achteraf procederen is riskant en zelden succesvol.
- Geen verbodsrecht zonder exclusieve gebruiksrechten bij militaire softwareontwikkeling: verduidelijking van Duits contract- en auteursrecht - juni 15, 2025
- Duitse BFH: Bewijsuitsluiting voor een zonder filtering overgedragen harde schijf in een belastingprocedure - juni 15, 2025
- Aansprakelijkheid van managers in de grondstoffencrisis: Strategisch risicobeheer voorbij de routine - juni 9, 2025